De Spaanse corona dankt het virus

Corruptieschandaal Juan Carlos I

“We moeten corruptie bij de wortel aanpakken. Het uitoefenen van een openbaar ambt mag geen middel zijn voor zelfverrijking.” Holle woorden uit de mond van de Spaanse koning Felipe VI, enkele jaren geleden, naar aanleiding van de aanhoudende onfrisse politieke praktijken in zijn land. Hol, meer zelfs: cynisch en hypocriet, omdat zijn eigen vader Juan Carlos I niet zuiver op de graat is.

De monarch die gedurende bijna vier decennia Spanje heeft geregeerd ontving 100 miljoen dollar smeergeld van de koning van Saudi Arabië en 1,7 miljoen € van de sultan van Bahrein. Hij verborg het geld in fiscale paradijzen en schonk een deel aan zijn Duitse minnares Corinna zu Sayn-Wittgenstein volgens het Zwitsers gerecht. Het schandaal leest als een filmscenario gespijsd met intriges van amoureus verraad, bedreigingen, spionage en met als kers op de taart een Grieks familiedrama. Zijn zoon en huidige koning, Felipe VI, besloot aan het begin van de coronacrisis, in een krampachtige strategische zet om zijn eigen blazoen op te poetsen, afstand te nemen van de nalatenschap van zijn vader. Het is de grootste alarmtoestand van de Spaanse kroon (corona in het Spaans) sinds de dood van dictator Franco in november 1975.

Al een decennium lang borrelt er uit het koninklijk paleis spektakel op dat de roddelbladen overstijgt. Een bloemlezing: de zaak Nóos, waarin de schoonzoon van Juan Carlos I werd veroordeeld en achter de tralies gezet voor onwettige toeëigening van openbaar geld, een olifantenjacht in Botswana waarbij ook de minnares van de ex-koning zou aanwezig zijn geweest, video’s waarin Juan Carlos dictator Franco loofde, zijn exuberante pensioen en de ongelukkige toespraak van troonopvolger Felipe VI, op 3 oktober 2017, waarin hij Catalonië een veeg uit de pan gaf na het onafhankelijkheidsreferendum van 1 oktober. In een transparante parlementaire monarchie zou er nu een parlementaire onderzoekscommissie aan de slag gaan om de beschuldigingen van de Zwitserse justitie uit te pluizen.

Corruptie Spaanse koning Saudi Arabië
ons kent ons

De rechtse oppositie en de grootste regeringspartij, de socialistische PSOE, stemden tegen in het parlement en de grote conservatief gezinde mediagroepen kijken zoals gewoonlijk de andere kant op als de monarchie in woelig vaarwater terechtkomt. Het herbevestigt nog maar eens de Spaanse versie van de deep state: de conservatieve anti-republikeinse lobby die achter de schermen toeziet op het in stand houden van de privileges van de overwinnaars van de Spaanse burgeroorlog van 1936-1939: de bourgeoisie. Het is de ex-dictator die op het einde van zijn leven Juan Carlos I heeft aangeduid als zijn opvolger. Twee maanden geleden zei Jorge Fernández Díaz, de ex-minister van binnenlandse zaken van de rechtse Partido Popular, naar aanleiding van het nieuwste koninklijke schandaal: “het in vraag stellen van de monarchie als staatsvorm is dodelijker dan het coronavirus”.

Een corrupt koningshuis is m.a.w. de centrale pijler van wat de republikeins gezinden “het regime van 1978” noemen. Toen werd drie jaar na Franco’s dood de nieuwe democratische grondwet voorgelegd aan de bevolking in een referendum. Artikel 56.3 van de Constitutie zegt dat de koning onschendbaar is en dat hij niet berecht of beschuldigd kan worden, zelfs niet als hij misdaden heeft gepleegd. De banden tussen de Spaanse monarchie en de economische, politieke en gerechtelijke elite waren toen al duidelijk. Ook de machtigste mediagroepen zijn helemaal mee in dit verhaal. De inkt die ze laten vloeien in het verdoezelen en verdraaien van schandalen van de Partido Popular en de monarchie is omgekeerd evenredig aan het met de botte bijl inhakken op de linkse politieke partijen en de separatistische Catalaanse en Baskische partijen.

Zoals het een moderne monarch betaamt, sprak Felipe VI op woensdagavond 18 maart de Spaanse bevolking moed in op de openbare televisie naar aanleiding van de coronacrisis. In zijn speech vermeed hij de zwartgeld kwestie van zijn vader. Ondanks het feit dat er vooraf slechts een korte oproep was op sociale netwerken, sloegen duizenden mensen in heel het land tijdens de toespraak vanop hun balkon op potten en pannen. Ze eisten dat het koningshuis de verborgen miljoenen van Saudi Arabië en Bahrein in de Spaanse publieke gezondheidszorg zou pompen. Die heeft het meer dan ooit zwaar te verduren na de sociale besparingen van de laatste Partido Popular regering van Mariano Rajoy. Meer en meer Spanjaarden beschouwen hun monarchie als een vervelender virus dan Covid-19. Felipe VI kan de afleiding van het coronavirus gebruiken om zijn hachje te redden.