Catalanen dragen hun tradities hoog in het vaandel. Op straatfestivals en dorpsfeesten allerhande staan er op het programma steevast castellers (menselijke kastelen), sardana (een voor buitenstaanders moeilijk te vatten dans), botifarrada (gegrilde worst), calçotada (geroosterde ajuin die op selderij lijkt) en correfocs (een in duivels verklede groep die met een vuurspektakel door de straten rent). Ook op veel jongens- en meisjesnamen komt er geen roest: Laia, Núria, Mireia, Jordi, Oriol, Pau, Xavi,… en op 23 april staan er voor het feest van Sant Jordi op iedere straathoek boeken- en rozenverkopers.
Sant Jordi (Sint Joris) is de patroonheilige van Catalonië. Volgens een middeleeuwse legende doodde ridder Jordi in de buurt van het Catalaanse stadje Montblanc een prinses die ten prooi was gevallen aan een draak die de omgeving terroriseerde. Uit het bloed van de wonde waar Sant Jordi zijn lans in de draak had geplant bloeide er een rode roos op. 23 april is daarom een Catalaans alternatief van Valentijnsdag. Mannen schenken die dag een rode roos aan hun geliefde en vrouwen kopen voor hun man een boek. 23 april is ook Unesco Werelddag van het boek.
Het burgerplatform Òmnium Cultural stelde begin maart voor om dit jaar massaal gele rozen te kopen i.p.v. rode als uiting van protest tegen de voorhechtenis van de Catalaanse activisten en politici. Het initiatief van Òmnium wil ook een hommage zijn aan de president van Òmnium Cultural, Jordi Cuixart, en de leider van het andere burgerplatform ANC, en kandidaat minister-president voor de Catalaanse deelregering, Jordi Sànchez. De kleur geel is sinds 16 oktober vorig jaar, toen Sànchez en Cuixart naar de gevangenis werden gestuurd, de kleur van het Catalaanse nationalisme geworden, vooral in de vorm van gele lintjes.
De tekst “Deze Sant Jordi is de roos geel” werd uiteindelijk gewijzigd in “Deze Sant Jordi is ook geel”.
Kwekers en bloemenhandelaars stonden op hun achterpoten en waarschuwden dat de Catalaanse markt niet op korte tijd zoveel gele rozen kan voorzien omdat die kleur nauwelijks wordt geproduceerd in Catalonië. 95% van de rozen die op de dag van Sant Jordi worden verkocht zijn rood en de overige 5% hoofdzakelijk wit en roze. Slechts tussen 0,5 miljoen en 1 miljoen van de 7 miljoen verhandelde stuks zijn made in Catalonia, de rest komt vooral uit Colombia, Ecuador en Nederland.
Na overleg van Òmnium met belangengroepen van de rozensector kwam het volgende compromis uit de bus: omdat rood symbool staat voor liefde en passie zullen slechts 5% gele rozen worden verkocht. Naar schatting zullen er op iedere 100 rozen 99 rood zijn en 1 geel. Rode rozen zullen wel worden aangeboden in een papieren omhulsel met een geel lintje errond voor wie dat wenst.
Antoni Tàpies zag op 13 december 1923 het levenslicht in Barcelona in een liberale, literaire en Catalaansgezinde familie van de hoge burgerij. Hij groeide op in een omgeving waar hij voortdurend werd blootgesteld aan culturele prikkels door de vriendschap van zijn vader met voorname figuren uit de toenmalige Catalaanse culturele elite.
Van kleinsaf was hij gefascineerd door avantgarde kunstvormen en ontwikkelde hij op autodidactische wijze een eigen stijl. De Spaanse burgeroorlog markeerde het begin van zijn adolescentie. Na de oorlog kreeg zijn artistieke roeping helemaal vorm. Tengevolge van een longaandoening dompelde hij zich tijdens zijn lange herstel onder in het gulzig verslinden van lectuur, muziek, tekenen, schilderen en inspiratie zoeken in de natuur.
Ondanks het uitblijven van succes tijdens het begin van zijn artiestenbestaan hield hij koppig vast aan zijn eigen abstracte, primitieve stijl. Die kenmerkte zich door scheuren, oneffenheden, krassen, kruisen en nummers en tekens uit allerhande mythologieën. Op het einde van de jaren 50 plukte hij eindelijk de vruchten van zijn volharding toen zijn werk wereldwijde erkenning kreeg.
Het werk van Tàpies is tentoongesteld in musea op het Amerikaanse continent en in Europa
In de schilderijen, sculpturen, installaties en textielwerken van Tàpies zijn terugkerende thema’s rebellie tegen onrecht, liefde, pijn, de natuur en vreemde culturen (vooral de oosterse). Hij was ook militant van de socialistische partij waardoor eind jaren 60, begin jaren 70, in zijn werk sporen van verzet opdoken tegen de dictatuur, tijdens het laatste decennium van de Franco periode.
L’Espirit Catalá uit 1971
Antoni Tàpies was een overtuigde patriot maar hij vermeed om zich als nationalist te manifesteren ondanks zijn status van Catalaans icoon. Hij was aanhanger van een modern nationalisme dat de nadruk legt op respect voor vrijheid en diversiteit. Dat uitte zich ook in de internationale dimensie van zijn kunst.
Sinds 1990 is een brede selectie van zijn werk permanent tentoongesteld in de Stichting die zijn naam draagt.
Voorgevel van de Stichting Antoni Tàpies in Barcelona
Tàpies stierf op 6 februari 2012 in Barcelona.
BARCELONA 27/01/2004 EL PINTOR ANTONI TAPIES EN SU ESTUDIO DE LA CALLE ZARAGOZA POSANDO PARA EL PERIODICO FOTO DE JULIO CARBO
De twee meest relevante moto’s van het Barcelonese merk Montesa ontstonden op de tekentafel van de ingenieur Leopoldo Milá. De mythische Impala zag het levenslicht in 1962 en de Cota zes jaar later. De Montesa Cota heeft sindsdien verschillende keren het WK trial gewonnen. Zijn miniscule zadel bovenop de benzinetank laat toe dat de rijder gemakkelijk rechtop kan staan om de stabiliteit van de motor te controleren. Als gevolg van zijn groot succes werd de Cota de laatste vier decennia veelvuldig gekopieerd door andere merken.
Montesa Cota, een referentie in de trial wereld
De tot de verbeelding sprekende Impala wordt ondertussen niet meer geproduceerd maar heeft een cultstatus verworven. Dit gegeerde verzamelaarsobject met een oerdegelijke tweetaktmotor onderging in de loop der jaren verschillende kleine aanpassingen. De benzinetank kreeg een andere vorm, de velgen met spaken maakten plaats voor lichtmetalen wielen, de uitlaatpijp en het stuur veranderden maar het comfortabele zadel voor twee personen, in de vorm van een viool, bleef altijd gelijk. Toen een journalist aan Milá vroeg waarom hij nooit de design van het zadel had veranderd, antwoordde hij dat hij tijdens zijn leven veel dingen had zien komen en gaan maar dat bij zijn weten de menselijke billen nooit waren veranderd. Een les in eenvoud tegen de absurde obsessie van het overdesign. De herkenbaarheid van de Impala verklaart het succes van deze moto. Niets veranderen is voor sommige succesprodukten creatiever dan vernieuwen om te vernieuwen.
Montesa Impala, begeerde vintage
Bij wijze van publiciteitscampagne vertrokken op 4 januari 1962 de Spaanse kampioen motocross en 2 avonturiers met 3 prototypes van de Montesa Impala naar Kaapstad voor een heroïsche tocht dwars door het Afrikaanse continent: Operación Impala. Onder begeleiding van een Land Rover legden ze 20000km af tot de kust van Tunesië waar ze de boot namen naar Marseille en via Andorra keerden ze terug naar Barcelona waar ze als helden werden ontvangen. De impact van de Afrikaanse trip was zo immens dat Montesa besloot om het model niet Montjuïc (de berg in Barcelona waar het Olympisch stadion ligt) te dopen maar Impala. De eerste Impala’s rolden in juni 1962 van de band.
Operación Impala: van Kaapstad tot Barcelona via de Middellandse Zee
Ondanks het feit dat de Impala niet meer wordt gemaakt, blijft de moto een hit. In 1997 ontstond de Moto Club Impala die zich wijdt aan het in leven houden van de Impala legende. Hun jaarlijkse hoogtepunt is La Impalada: ieder jaar wordt er op een andere plek in Catalonië verzamelen geblazen waarna de honderden deelnemers op hun Montesa Impala in kolonne een route rijden. Onder hen ook veel buitenlandse Impala fanaten.
In 1987 nam Honda de produktie van Montesa over. Onder de naam Montesa Honda wordt alleen de Cota nog gefabriceerd.
Op 9 maart 2017 baarde Camp Nou om 22.35u een nieuw Catalaans icoon. Het kindje kreeg de naam La Remontada. De meest uitzichtloze terugkeer aller tijden in de Champions’ League. Slachtoffer: Paris Saint Germain. Het technisch ultraverfijnde tikitaka spel van FC Barcelona bleef in de kast maar een on-blaugrana knokkersmentaliteit tussen hangen en wurgen, een tegenstander die het noorden kwijt was en een bereidwillige Duitser met een fluitje volstonden om de 4–0 blamage van de heenwedstrijd weg te vegen. Het was ook de avond waarin de voetbalclichés zwaar in de verf werden gezet die door de protagonisten van de belangrijkste bijzaak ter wereld het meest worden gebruikt.
“Het gevoel in de groep is goed, we weten wat ons te doen staat”. “Winnen doe je met zijn allen”. “Zeg nooit nooit in de voetballerij”. “We moeten met ons allen voor de spiegel gaan staan”.
Voor de eerste keer sinds 2007 dreigde FC Barcelona op het appel te ontbreken van een kwartfinale in de Champions League. Na het collectieve fiasco van de heenmatch in Parijs en gekwakkel in La Liga besluit Luis Enrique om zijn pionnen te herschikken in een meer aanvallende 3–4–3 opstelling i.p.v. 4–3–3. Vanaf dan wint Barça zijn 3 volgende wedstrijden in de Spaanse competitie, scoort het 13 keer, incasseert het slechts 2 goals en komt het, met 1 match meer gespeeld dan Real Madrid, opnieuw aan de leiding van de nationale competitie. De ploeg en de fans dromen plots weer luidop van een stuk voetbalgeschiedenis schrijven in de Champions’ League.
“Dit soort fouten mag je gewoon niet maken op dit niveau”.
In Parijs speelde Barça als een fin de carrière ploeg, in Barcelona kroop PSG in de rol van een groep beginnende miniemen die zo onder de indruk was van een uitverkocht stadion met 96.290 toeschouwers dat ze vergaten te voetballen. De eerste twee doelpunten hadden meer van doen met Frans verdedigend geklungel dan met Catalaanse kunde.
“Je mag je natuurlijk nooit verschuilen achter de scheidsrechter maar…”
Twee minuten na de pauze loopt Thomas Meunier in het strafschopgebied mee met Neymar en laat de Braziliaan zich iets te gretig vallen over de struikelende Meunier. Neymar had daarvoor ook al symptomen van vallende ziekte vertoond in het strafschopgebied van PSG. De Duitse scheidsrechter Aytekin geeft eerst geen krimp maar bedenkt zich na overleg met de lijnrechter. De tijdens heel de wedstrijd erg afwezige Messi opent een penalty in cadeauverpakking. 3–0.
Minuut ’85. De ingevallen Argentijn Di Maria gaat alleen op Barça doelman Ter Stegen af met de 3–2 aan de voet. Javier Mascherano, zijn land- en ploeggenoot bij de Albiceleste, tackelt hem op de achillespees net wanneer hij op goal schiet. Di Maria blijft kermend van de pijn in de 16 meter liggen. De scheidsrechter zijn neus bloedt. In de eerste minuut van de toegevoegde tijd is de scheids opnieuw heel gul voor de thuisploeg en mag Neymar de tweede strafschop van de avond tegen de netten jagen. Luis Suárez, die ook last had van epilepsieaanvallen, was net daarvoor nauwelijks tegen de arm getikt door PSG-verdediger Marquinhos.
“Als je zelf de kansen niet benut, valt ie aan de andere kant”.
Na de 3–0 begint PSG eindelijk aan voetballen te denken en kan de Uruguayaanse sterspits Edinson Cavani tonen waarom de Qatarese sjeiks in Parijs een transferprijs van 64 miljoen € voor hem hebben opgehoest. Net voor het uur draait Cavani zich vrij maar ziet zijn schot uiteenspatten op de rechterpaal van de Barcelona-doelmond. In minuut ’62 vlamt hij zijn tweede grote kans wel onhoudbaar dwars door de weifelende Barça-verdediging.
3–1. Als hij even later alleen op Ter Stegen afstormt, krijgt hij de bal niet over het uitgestrekte been van de doelman.
“Een match duurt 90 minuten” en “Voetbal is emotie”.
Sergi Roberto realiseert het onmogelijke met dank aan Neymar
Tijdens het laatste kwartier van de match beginnen gedesillusioneerde toeschouwers het stadion te verlaten en zappen wereldwijd TV-kijkers weg. Op het ogenblik dat geen kat in Camp Nou het nog verwacht, doet Neymar vanaf minuut ’88 een Messietje en trekt de wedstrijd helemaal naar zich toe. Wanneer hij met een sublieme vrije trap de 4–1 binnenlegt, overheerst het gevoel dat die goal een twintigtal minuten te laat valt. Drie minuten later zet hij zich achter de bal vanop de 11 meter stip na een ingebeelde overtreding op ploegmaat Suárez. 5–1. De absolute apotheose komt er in de vijfde minuut van de toegevoegde tijd. De lokale troepen gooien nog een keer al hun gewicht in de schaal. Ter Stegen speelt dan al enkele minuten mee tussen het middenveld en de aanval. Neymar steekt de bal door de PSG-verdediging en Sergi Roberto tipt met een vallende glijbeweging op de rand van buitenspel de bal over de Parijse keeper.
“In voetbal telt enkel winnen”.
Luis Enrique maakte de afgelopen weken de tweede tumultueuze periode in zijn trainerschap bij Barça door. Tijdens zijn eerste seizoen stond hij in januari 2015 dicht bij de uitgang. Op het einde van het seizoen won Barcelona toen toch de Champions League, La Liga en la Copa del Rey.
Enrique maakte onlangs bekend dat hij na dit seizoen vertrekt. Als hij zijn ploeg nu weer helemaal op toerental krijgt, zit een tweede treble in 3 seizoenen er nog in als afscheidscadeau.
Luis Enrique gaat uit zijn dak na de zesde goal van zijn team
In 1938 vonden de Catalaan Antonio Bonet Castellana en de Argentijnen Juan Kurchan en Jorge Ferrari Hardoy de BKF leunstoel uit, genoemd naar de initialen van hun familienamen.
Antonio Bonet Castellana leerde de twee Argentijnen kennen in Parijs tijdens de Wereldtentoonstelling van 1937 waar hij meewerkte aan het Spaanse paviljoen. Tijdens zijn verblijf in Parijs nam hij van de gelegenheid gebruik om contact op te nemen met de vermaarde architectenstudio van Le Corbusier. Daar overtuigden Corbusiers occasionele medewerkers Kurchan en Ferrari hem om de onstabiele politieke toestand in Spanje te ontvluchten en mee naar Buenos Aires te verhuizen. Samen stichtten ze een jaar later de architectengroep Austral en ontwierpen ze de vlindervormige BKF stoel.
Een vlinder om op te zitten
De drie inspireerden zich op een vouwstoel uit 1881 van de Engelsman Joseph B. Hendy: vier houten driehoeken met dierenhuid bespannen. Later werd deze campingstoel in spe “Tripolina” gedoopt omdat het Italiaanse leger de stoel gebruikte tijdens de kolonisering van Libië.
Tripolina
De BKF is een heel eenvoudige en praktische stoel die bestaat uit een structuur van twee V-vormige ijzeren staven overtrokken met natuurleer en heeft noch een uitgesproken rugleuning noch armleuningen. De stoel past zich aan aan je zitpositie waardoor je als het ware een hangmat gevoel krijgt.
Het Amerikaanse bedrijf Knoll bracht de stoel in 1945 in produktie. Tegen 1955 was het minimalistische meubelstuk alleen al in de VS vijf miljoen keer over de toonbank gegaan.
De BKF is een van de meest gekopieerde stoelen van de twintigste eeuw. Voor het geraamte van de stoel wordt de dag van vandaag eerder staal gebruikt en er zijn ook exemplaren op de markt met een stoffen overtrek.
Mango MNG Holding is na de Gallicische textielreus Inditex (Zara, Pull&Bear, Massimo Dutti, Bershka, Stradivarius, Oysho, Zara Home en Uterqüe) de tweede grootste Spaanse textielexporteur.
Isak Andic, de oprichter van Mango, werd geboren in Istanbul uit een Joodse familie. Op 13 jarige leeftijd verhuisde hij naar Barcelona waar hij tussen zijn 16e en 17e de smaak voor mode te pakken kreeg toen hij als bijverdienste hemden en t-shirts uit Azië verkocht aan vrienden. Het succes dat hij hiermee oogstte, maakte in hem een ambitieuze ondernemer wakker. Hij opende een stand op een van de overdekte markten van Barcelona en jarenlang importeerde hij vrouwenkledij uit verschillende landen die hij doorverkocht aan winkels in heel Spanje.
In 1984 opende hij zijn eerste eigen winkel onder de naam Mango, als eerbetoon aan de gelijknamige vrucht die tijdens een reis in de Filippijnen zijn hart had gestolen. De allereerste Mango boetiek opende de deuren langs Passeig de Gracia, de Champs Elysées van de Catalaanse hoofdstad. Tijdens de volgende 12 maanden volgden er nog 4 nieuwe vestigingen in Barcelona en begon hij met de verovering van de rest van Spanje. Acht jaar later openden in Portugal de eerste twee winkels buiten Spanje hun deuren. Mango heeft nu na drie decennia in totaal 2731 winkels (eigen beheer en franchise) in 105 landen.
Mango heeft de markt veroverd als een merk voor vrouwen die hun eigen stijl proberen te creëren en die mode als een vorm van zelfexpressie beschouwen. Sinds 2008 heeft het merk een mannencollectie toegevoegd aan zijn gamma, een assortiment voor kinderen van 0 tot 14 jaar, accessoires (handtassen, sieraden,…), sportkledij en een lijn grote maten voor vrouwen tot maat 54. De produktie van de kledij is in handen van Aziatische en Noord-Afrikaanse leveranciers.
Net zoals grote concurrent Zara speelt het in de buurt van Barcelona gevestigde designer team heel kort op de bal van de hedendaagse, stijlvolle mode ontwikkelingen en brengt daarom ieder seizoen van het jaar een nieuwe collectie uit aan toegankelijke prijzen verpakt in een zweem van exclusiviteit. Reden waarom voor het lanceren van nieuwe collecties in zee wordt gegaan met bekende gezichten van verschillende nationaliteiten zoals in het verleden bijvoorbeeld de actrices Penélope Cruz en zus Monica, Elizabeth Hurley, Scarlett Johanson, Diane Kruger en Dakota Johnson ; modellen zoals Naomi Campbell, Christy Turlington, Eva Herzigova, Inés Sastre, Karolina Kurkova, Miranda Kerr of Milla Jovovich en (ex-) voetballers Zinedine Zidane en Gerard Piqué.
Een Chupa Chups is een lolly en een van de meest rendabele Spaanse uitvindingen ooit. De merknaam is een woordspeling van het Spaanse werkwoord chupar: zuigen, sabbelen. Het logo is een creatie van de Catalaanse surrealistische kunstenaar Salvador Dalí. Het op de kleuren van de Spaanse vlag gebaseerde ontwerp is zo kinderlijk eenvoudig dat Dali slechts een uur nodig had om het op papier te zetten. Rode, blinkende letters met een gele achtergrond in de vorm van een margriet.
De uitvinder van deze lekkernij heet Enric Bernat. Zijn eerste snoepgoed op een stokje zag het licht in 1958. Elf jaar later besloot hij om zijn product internationaal te lanceren en nam hij Dali onder de arm om het logo in een nieuwe vorm te gieten. Het resultaat is een staaltje pop art dat van Chupa Chups een wereldspeler heeft gemaakt. Net zoals Andy Warhol Campbell’s heeft geholpen om de supermarkten te veroveren, hielp Dali om kinderen in 108 landen over de 5 wereldcontinenten te snoepen zonder hun handen vuil te maken.
Enric Bernat was in het door de Franco dictatuur internationaal geïsoleerde Spanje een visionair op het vlak van (guerilla)marketing en merchandising. Om in de beginjaren het merk te positioneren en de distributie te verhogen, schonken vertegenwoordigers in de buurt van scholen, die bij potentiële verkooppunten waren gelegen, 1 peseta aan de scholieren (prijs in die tijd van een Chupa Chups lekstok) zodat de kinderen in de nabije winkels naar de lolly’s zouden vragen. Op die manier hapten weigerachtige winkeliers sneller toe wanneer de vertegenwoordiger de volgende keer over de vloer kwam. Die reden met in het oog springende Seat 600 autootjes Spanje rond om de verkoopspunten te bevoorraden met lekstokken en displays om dichtbij de kassa te zetten.
Bernat slaagde er via een vriend ook in om Chupa Chups met colasmaak binnen te smokkelen in de legendarische detectiveserie Kojak. De kale acteur Telly Savalas nam tussen 1973 en 1978 in iedere aflevering van Kojak een lollipop in de mond waardoor hij de wereldverovering van Chupa Chups een ferme duw in de rug gaf. Twee decennia later had Chupa Chups de eer om als eerste lolly ooit in het heelal te worden geconsumeerd. De verkoop in Rusland kende in 1995 een ongezien hoogtepunt doordat kosmonauten in het Russische ruimtestation MIR zich te goed aan Bernats uitvinding.
Ook volwassenen lusten dus Chupa Chups. Er zijn mensen die er naar terug grijpen uit heimwee naar hun kindertijd, om niet te eten tussen de maaltijden, om tot rust te komen of zich beter te concentreren en ex-rokers onderdrukken er het verlangen naar nicotine en het fysieke gevoel van de sigaret mee. Na een zware hartoperatie in 1991 had Johan Cruijff geen andere keuze dan onmiddellijk te stoppen met roken. Als succesvol FC Barcelona trainer verbeet hij voortaan tijdens de wedstrijden de stress vanop de bank met een Chupa Chups: een van de meest iconische beelden van het Spanje van de jaren 90. Toen de architect van de Barça voetbalfilosofie op 24 maart 2016 stierf, lagen er tussen de vele bloemen van de fans aan het Camp Nou stadion ook Chupa Chups lolly’s.
In 2006, 3 jaar na de dood van Enric Bernat, besloot zijn familie om het sinds de eeuwwisseling verlieslatende bedrijf te verkopen aan de Italiaans-Nederlandse multinational Perfetti Van Melle.
Catalaanse rumba ontstond begin jaren ’40 van de vorige eeuw in de zigeunergemeenschap van de Barcelonese wijken Raval en Gracia. Het genre kende een explosie in de jaren ’60 toen er Angelsaksische rock’n roll invloeden binnenslopen in de mix van flamenco en Cubaanse rumba en son. De grote inspirators van het genre waren vanaf dan Antonio Gonzalez “El Pescaílla” en vooral Peret. Hij is de uitvinder van elventilador (de ventilator): de speelstijl waarbij rumba gitaristen terwijl ze op de snaren tokkelen met hun handpalm op de klankkast van hun gitaar slaan. In 1971 was Perets single “Borriquito” (“Ezeltje”) een zomerhit in heel Europa. In 1974 nam hij voor Spanje deel aan het Eurovisie Song festival met het nummer “Canta y sé feliz” waarmee hij negende eindigde. De winnaar dat jaar was het legendarische ABBA met “Waterloo”.
Na de dood van dictator Franco, in november 1975, verdween de Catalaanse rumba uit de aandacht. In de jaren zestig was Spanje ondergedompeld in een diepe economische crisis waardoor de toenmalige minister van Toerisme Manuel Fraga met de slogan “Spain is different” het land in Noord Europa promootte als zon-zee-strand bestemming. De soundtrack van het massatoerisme langs de Costa Brava was in die tijd de Catalaanse rumba. In geen enkele bar, discotheek en dorpsfeest kon je aan de aanstekelijke muziek ontsnappen. Tijdens de terugkeer naar de democratie werd Spanje overspoeld door nieuwe muziekstijlen, zoals rock, die tijdens de periode van de dictatuur enkel in gecensureerde versie het land binnensijpelden. Catalaanse rumba verdween op de achtergrond wegens te Spaans en de connotatie met Franco’s regering. Enkel de naar Barcelona geëmigreerde Argentijn Gato Pérez kon eind jaren ’70 het genre even een nieuw elan geven.
17 oktober 1986 was een cruciale datum voor de Catalaanse rumba. Toen werden in Lausanne de Olympische Spelen van 1992 toegewezen aan Barcelona. Tijdens de voorbereiding op de Spelen vond eind jaren ’80 een gigantische schoonmaak operatie plaats van Barcelona’s kustlijn. De teloorgegane industriewijken die het zicht en de doorgang vanuit de stad naar de Middellandse Zee belemmerden, werden met de grond gelijk gemaakt. Net in die verloederde stadsdelen had de rumba nog niet zijn laatste adem uitgeblazen door de concentratie van zigeuners. Tijdens de slotceremonie van de Spelen op 9 augustus 1992 maakte de in vergetelheid geraakte Peret zijn grote come-back voor de ogen van de rest van de wereld. Tien jaar daarvoor had hij zijn gitaar aan de wilgen gegangen om zich te wijden aan de Evangelische Kerk. Eind jaren ’80, begin jaren ’90 waren de Frans-Spaanse zigeuners The Gipsy Kings op hun commerciële hoogtepunt met een radiovriendelijke interpretatie van de Catalaanse rumba. Tot verontwaardiging van sommige Catalaanse nationalisten wilde het toenmalige socialistische stadsbestuur van Barcelona meesurfen op het succes en presenteerde daarom rumba als een lokaal produkt om het toerisme een duw in de rug te geven.
De Catalaanse rumba leidt sindsdien een tweede leven met opnieuw een hoofdrol voor Fransen met Spaanse roots. Onder leiding van Manu Chao en zijn broer, zonen van Spaanse bannelingen tijdens de Franco dictatuur, stond het Franse Mano Negra tussen 1987 en 1995 mee aan de wieg van een nieuw muzikaal genre: “mestizo”. De Engelse punklegende The Clash verfijnde begin jaren ’80 zijn punkrock door er funkelementen en reggae- en dubritmes aan toe te voegen. Mano Negra volgde hun voorbeeld en maakte het nog pikanter door in verschillende talen te zingen en salsa, flamenco, ska, Frans chanson, Afrikaanse ritmes, hiphop en Catalaanse rumba aan de formule van The Clash te breien. Een Aha-Erlebnis van jewelste in Latijns Amerika en Spanje. Sinds midden jaren ’90 is Catalonië een kweekvijver van mestizo bands. Verschillende van die groepen zijn/waren ook in de Lage Landen graag geziene gasten als er een feestje moe(s)t worden gebouwd: Gertrudis, Dusminguet, Ojos de Brujo, Macaco, Cheb Balowski, La Troba Kung-Fú, La Pegatina, Muchachito Bombo Infierno, Bongo Batrako,…
De compilatie “Gipsy Rhumba – The Original Rhythm of Gipsy Rhumba in Spain 1965-1974” van het exquise Londense label Soul Jazz records biedt een mooi overzicht van vintage Catalaanse rumba. Klik hier
Een andere heel informatieve compilatie die focust op de glorieperiode van Catalaanse rumba is “Achili Funk: Gipsy Soul 1969-1979” van het Madrileense label Lovemonk. Klik hier